De aangifte van nalatenschap van een Rijksinwoner moet het volledige vermogen van de overleden omschrijven: zowel het actief als het passief.

Actief van de nalatenschap

Het actief van de nalatenschap omvat:

  • alle roerende goederen die de overledene bezat op datum van zijn overlijden.
  • alle in België en/of in het buitenland gelegen onroerende goederen die de overledene bezat op datum van zijn overlijden
    • u kunt de waarde van de onroerende goederen zelf bepalen of door eenerkende schatter-landmeter(externe website) laten schatten; een waardeschatting door een erkende schatter wordt in principe aanvaard door de Vlaamse Belastingdienst
  • de levensverzekeringen, zowel diegene van de overledene als diegene van de echtgeno(o)t(e).
  • alle verkopen van onroerende goederen die plaats vonden binnen de periode van drie jaar voor het overlijden.
  • alle schenkingen, zowel roerende als onroerende, die plaats vonden binnen de periode van drie jaar voor het overlijden.

Passief van de nalatenschap

De aangevers hebben de keuze om het werkelijke passief (zowel uit het eigen vermogen als het gemeenschappelijk vermogen) te bewijzen of te kiezen voor eenforfait.

Het forfait wordt jaarlijks geïndexeerd. Voor overlijdens vanaf 01/01/2015 tot en met 31/12/2015 bedraagt het forfait:

  • 1.500,00 euro voor de eigen schulden van de overledene of 3.000,00 euro voor de schulden van de gemeenschap
  • 6.000,00 euro voor de begrafeniskosten. Dit is niet mogelijk wanneer er een uitvaartverzekering werd afgesloten.

Wie voor het forfait kiest, hoeft geen bewijzen in te dienen.